Dit weekend was voor ons het laatste Sovon-telweekend van dit seizoen. Omdat we eigenlijk – op een paar soepganzen na – niets of toch weinig verwachtten, besloten we gewoon alles te noteren wat we tegenkwamen. Alleen de ganzen, zwanen, wulpen (0) en kievitten (1) worden gemeld aan Sovon. De rest is voor waarnemingen.nl. En voor onszelf. Want aan de beestjes leer je je streek kennen.
Jammer genoeg geen foto’s, maar de volgende dagen gaan we met de camera’s op pad i.p.v. potlood en registreerkaarten. Intussen probeer ik é.e.a. te illustreren met bijpassende links.
Buitenbeentje nummer 1 was een Engelse kwikstaart. Manlief dacht eerst aan een citroenkwikstaart, maar bij nader inzien houden we het op eerstgenoemde, wegens een stuk waarschijnlijker dat we die hier gaan tegenkomen. Je moet niet té excentriek willen zijn.
Zoals verwacht waren er weinig ganzen, maar toch heb ik er nog wel een aantal kunnen noteren. Nog 4 soorten zelfs: grauwe gans, Egyptische of Nijlgans (een exoot, maar tegenwoordig op sommige plaatsen een echte plaag en bovendien behoorlijk agressief), grote Canadese gans, en zelfs nog een brandgans (een nonnetje, zoals ze ook genoemd worden en als je de afbeelding bekijkt, snap je wel waarom).
Vlakbij de Vlaamse Kreek keek ik even omhoog en wat ik zag was zéker geen buizerd, ook geen kiekendief, iets wat heel even de rillingen over mijn rug joeg (in de loop van de week werd op verschillende plaatsen in Nederland een steppearend gemeld) maar wat uiteindelijk een rode wouw bleek. Een kraai was niet gediend van dit blitzbezoek en ging vol in de clinch met de veel grotere roofvogel. En het was dié die de aftocht blies.
Terwijl we aan de lunch zaten, waren we getuige van een drama. Dhr. en mevr. Merel hebben al veel energie gestoken in een tweede legsel, nadat ze hun eerste jongen eindelijk aan het verstand gebreid hebben dat ze beter niet in onze veranda kunnen gaan zitten. Van deze tweede editie waren er blijkbaar al eieren uitgekomen. Dat wisten de kauwen uit de buurt beter dan wij. Met z’n tweetjes kwamen ze “gezellig” buurten. De éne leidde pa Merel af, en intussen kon zijn compagnon zijn slag slaan. Op het schuurtje van buurman werd de buit goed vastgepakt en meteen naar “huis” gevlogen. Ook jonge kauwen moeten eten …
Na de middag moesten nog een paar boodschappen gedaan worden. Op weg naar huis passeerden we Luntershoek waar ik andermaal de rode wouw meende te zien. Verder weg, maar onmiskenbaar dezelfde zweefvlucht. Deze keer géén aanval van een kraai. Maar deze keer ook een te grote afstand om zeker te zijn en dus werd dit niet ingevoerd op waarnemingen.
Nadat wij het avondeten verorberd hadden, was het de beurt aan de tuin om gesoigneerd te worden. Ik stond net met mijn rug naar de vijver om een hangkorf te gieten, toen Manlief bijna ademloos “sperwer, sperwer” stotterde. Ik vond de afgelopen dagen al dat er opeens zoveel kleine witte pluimpjes op het water dreven. Blijkbaar heeft deze supersonische jager ontdekt dat hier voor zijn jongen wat te halen valt. Hij was in scheervlucht tussen ons huis en het tuinhuis over het hek gevlogen, duikend naar de vijver waar op dat moment nét geen vogeltjes zaten, opzwiepend langs de feeder waar iedereen al in volle paniek weggespat was. Heel even ging hij op de haag zitten, maar toen kreeg hij ons in de gaten en koos eieren voor zijn geld. Zéker op te volgen de komende dagen!