De klassieke vraag (in “mijn tijd” toch) van oudere mensen aan een kleine uk. Eind vorige maand hadden de meeste tuinvogeltellers – jammer genoeg – geen hogere wiskunde nodig om het aantal gevederde gasten te kennen, maar al met al viel het toch mee. En de officiële resultaten van onze omgeving stroken wonderwel met onze eigen bevindingen. Op de mezen na, die – naar wat ik al eerder hoorde van de natuurliefhebbers in die buurt- vooral aan de andere kant van het dorp zitten, omwille van landschapskenmerken.
(Wat me ook meeviel: er zitten nogal wat tellers in onze buurt: elk oranje bolletje is een waarnemer en de grotere bollen vertegenwoordigen meerdere tellers).

Inderdaad, de vinken zijn ten onzent de winnaars, zoals we al eerder vermoedden en zoals m.n. Menck ook opmerkte. Nazicht op de trek-telverslagen van voorgaande jaren (*), valt het op dat o.a. vinken en pimpelmezen uit het hoge noorden massaal afzakken richting Nederland. Hier in Zeeland en – dicht bij ons huis – vooral in Zeeuws-Vlaanderen kunnen boeren meedoen aan een wildebloemenproject. Ze krijgen een vergoeding per m² boord die ze met wildeplantenzaad inzaaien rondom hun teelten. Hier en daar liggen – meestal scheef aangesneden – stukjes poldergrond in de oksel van een dijkgracht, zodat die moeilijk te bewerken zijn en meer moeite dan opbrengst genereren. Die worden steeds vaker integraal ingezaaid t.b.v. de natuur en hier en daar toegankelijk gemaakt als pluktuin. Niet alleen insecten, maar ook insecteneters profiteren daar in de zomertijd van. De verdroogde plantenresten blijven ter plekke staan/liggen doorheen de winter, zodat insecten daarin kunnen overwinteren en zaadetende trekkers van mondvoorraad voorzien worden. Een sterk uitvergrootte versie van een “verwaarloosde” wintertuin zoals de onze, dus.

Als daar dan nog een rij bomen langs staat zoals op deze foto, zijn “de kleintjes” helemaal happy. Eten op de grond, een vluchtplaats bij verstoring en meestal zoet water binnen vliegbereik. Wat kan je als reiziger meer wensen?
NB1: de plaats op de foto was deze winter goed voor groepen vinken van meerdere honderden exemplaren. Naast “gewone” vinken waren er ook kepen en groenlingen bij. Ook vanmorgen zaten er nog zeker zo’n 200 – 300 stuks.
NB2: de “assistent-teller” van 30 januari is helemaal naar verwachting dicht in de buurt gebleven. Deze week zat er een “spookvlieger” op het raam van de tekenkamer:

Vanochtend kwam Manlief buiten en uit de struiken tegen de schutting kwam warempel de sperwer gevlogen om een aanval te plaatsen op een niet goed uitgeslapen mus. De afloop van de jacht kennen we niet maar dat de sluipschutter nu ook een struikrover geworden is, was voor ons weer een nieuwtje. Wat ik me hierbij dan afvraag: had de jager zich gisteravond al in die struik geposteerd voor een paar uurtjes nachtrust? Zo dicht bij de grond (de struiken zijn naast kaal ook nog niet zo groot (max. 2-3m)? De reden waarom ik me dat afvraag is, dat Jeppe bij het laatste plasje van de dag zo intens stond te speuren in die richting en zijn snufferd overuren draaide. Wordt vervolgd (hopelijk met nieuwe info).
(*) 5 oktober 1912 en 19 oktober 2018
Wie resultaten van elders in Nederland wil bekijken, vul je postcode in op deze pagina.
Natuurpunt presenteert de resultaten in een iets andere vorm. Wie die eens wil bekijken, kan terecht op hun pagina onder “infographic”