Ik zit in mijn archief te zoeken naar oude vakantieverslagen om ze eindelijk eens aan mijn blog toe te voegen. Ik heb ze nog op papier, maar íets zegt me dat ik al eens eerder begonnen was ze in te typen in Word. Misschien bespaar ik me dagen dubbel werk en hoef ik enkel foto’s in te voegen ..?
Er zitten ook losse teksten in de map “eigen tekst”. Eén ervan wil ik vast hier neerzetten. Een overdenking die ik in 2014 aan de pc toevertrouwde en ze is – afgaande op de gebruikte jaartallen en leeftijden – zelfs nog 8 jaar ouder en bestond al in één of ander schriftje en ze is nog altijd actueel. Tel dus overal al maar 16 jaar bij.
Globalisme
“Als pitte Roos zou terugkomen, dat mens zou nogal verschieten!” Het is de eeuwige afstopper van mijn schoonmoeder als we over de koffie weer eens hebben zitten filosoferen over hoe de wereld toch veranderd is in korte tijd. Ik heb pitte Roos nooit gekend, maar zij was een generatiegenote van pitte Leonie, mijn overgrootmoeder, en dat mens is bijna 40 jaar geleden op 93-jarige leeftijd overleden, een paar maanden voor ik 13 werd.
Pitte Leonie was nauw betrokken bij het opengooien van de grenzen van de wereld, want ze was overwegbewaakster bij de Belgische Spoorwegen. Telkens er een trein van ergens naar elders voorbijkwam, moest zij ervoor zorgen dat niks die reis bemoeilijkte. Er was nog geen sprake van TGV’s, maar de toenmalige tchoeketchoekevaart was al een hele vooruitgang. In die tijd gingen de meeste verplaatsingen nog met de benenwagen. Maar hoewel pitte Leonie de vooruitgang van dichtbij meemaakte, was haar grootste avontuur toch toen ze van Nieuwkerken naar Sint-Niklaas verhuisde om bij haar jongste dochter te gaan wonen. Haar wereld was een dorp groot…
Mijn grootmoeder (ze zou bij leven en welzijn nu 105 geworden zijn) was ook haar tijd behoorlijk vooruit. Eind jaren 50, begin van de woelige sixties van vorige eeuw waren er nog niet zoveel mensen die het land uitgingen op vakantie. Ik was dan ook de trotse bezitster van een glazen kast vol klederdrachtpoppen, afkomstig uit alle landen die mijn grootouders bezocht hadden. Meestal per “autocar”, maar een paar keer ook “met de vlieger”.
Niet alleen tijdens de vakanties verruimden mijn grootmoeder en grootvader hun grenzen. Ik herinner me nog heel goed die eerste zwart-wit tv. Een vierkante glimmend zwarte bak, met een bibberend scherm waar de eerste generatie BV’s hun opwachting maakten. Het was de tijd van “Jan Pijp” en “Tienerklanken” en de periode dat “Sportweekend” nog werd afgesloten door Polleke Jacquemijns met de uitslagen van de duivensport…
Mijn ouders (mama “mocht” voor haar 76ste verjaardag afgelopen zondag gaan stemmen) kochten een goeie 40 jaar geleden hun eerste auto, waardoor de wereld weer wat kleiner werd. Voor de jaarlijkse vakanties waren we nu niet meer afhankelijk van het aanbod van de toenmalige reisbureaus, we konden onze eigen wegen ontdekken. De televisiebeelden kleurden (jammer genoeg meestal bloederig rood) en kwamen nu van overal in de wereld. Maar het bleef toch nog altijd een ver-van-mijn-bedshow.
En nu? Ik kijk via google earth op een satellietfoto waar ik best de nieuwe bloembollen in de tuin kan planten, zie op het dak van de buren hun windhaan in de vorm van een vliegtuig en zit –samen met nog een paar gelijkgezinden- kamerbreed en wereldwijd op het net te navelstaren.
De wereld? De wereld is nu een groot dorp. Met de bijpassende dorpsmentaliteit. Nu roddelen we over de buren aan de andere kant van de aardbol, want die naast de deur kennen we niet meer…