1000 vragen aan jezelf (21)

361. Ben je een goede moppentapper?
Ik ben niet eens een goede moppenluisteraar. Echte humor ontstaat spontaan, die komt niet uit een boekje of van een scheurkalender.

362. Rek jij je eigen grenzen op?
Nu minder dan vroeger. Ik ben nog wel nieuwsgierig, maar ik vind niet dat ik nog iets moet bewijzen.

363. Wat is het ergste waarover je hebt gelogen?
Joker.

364. Welke liedje gaat over jou?
Toen ik geboren werd, waren mijn ouders volledig in de ban van “De vogelhandelaar”, een operette waarin de postbode Christ’l heette. En dat heb ik geweten!

365. Van welke kleine dingen kun je genieten?
Stilte. De nabijheid van water. Een zachte, zilte zeebries. (ik heb intussen het gevoel dat ik wel héél erg in herhaling begin te vallen…)

366. Waarvoor mogen mensen jou altijd wakker maken?
Een mooie sterrenhemel. De kwestie is dat ík gewoonlijk diegene ben die hem eerst ziet.

367. Wat zou je willen veranderen aan je uiterlijk?
Het volume.

368. Wat wil je dat mensen zeggen op je begrafenis?
Ik heb met mijn wederhelft afgesproken dat er dan een cd afgespeeld wordt met 52 minuten gezang van bultrugwalvissen en het geluid van golven. Daar mogen de aanwezigen naar luisteren en hun mond houden. De eerst die spreekt, daar ga ik ’s nachts spoken …

369. Laat je je gemakkelijk voor de gek houden?
Nog altijd te vaak naar mijn zin.

370. Wat zou je doen als het onmogelijk mis zou gaan?
Daar komen jullie wel een beetje laat mee af, he?

371. Moet je altijd alles kunnen zeggen?
Kùnnen wél, moéten niet.

372. Aan wie moet je meer aandacht besteden?
Mensen van vroeger? Maar eigenlijk zijn er niet veel die ik mis en die ik mis, die geef ik wel aandacht.

373. Kun je makkelijk loslaten?
Ja. Al doende leer je.

374. Waar ben je dankbaar voor?
Dat ik nu woon waar ik woon.

375. Zijn complimenten van mensen die je niet goed kent belangrijk voor je?
Die zijn vaak eerlijker, omdat die mensen toch niets van je nodig hebben.

376. Voor welk dier ben je bang?
Ik zou zeggen: een kat in het nauw. Maar eigenlijk bedoel ik: een dier in het nauw.

377. Waardoor was je voor het laatst helemaal van slag?
Dat moet al lang geleden zijn, want ik weet het niet meer.

378. Wat ligt er standaard in je koelkast?
Boter, kaas (en nee, geen eieren, die liggen in een draadmandje bovenop de koelkast …)

379. Schaam je je dat je naar bepaalde tv-programma’s kijkt?
Míjn tv staat in míjn huis en daar doe ík verdorie toch wel wat ík wil?

380. Wanneer had je de tijd van je leven?
Nu.